De belangrijkste zaalregels op een rijtje

Aantal spelers

Zaalhockey speel je met 5 veldspelers en een keeper. Op de bank zitten maximaal 6 spelers (en max 4 begeleiders).

Pushen, pushen en nog eens pushen

Spelers mogen de bal alleen pushen. Dus NIET slaan en GEEN flats. Als je pusht mag je stick hooguit 50 centimeter naar achteren gehaald worden voordat je de bal raakt.

Over de grond

Zaalhockey speel je over de grond. Alleen bij gerichte doelpogingen mag de bal omhoog komen. Bij het stoppen mag de bal officieel een klein beetje opstuiteren (max kniehoogte) maar alleen als er geen tegenstander in de buurt is. In de praktijk fluiten bijna alle scheidsrechters elke opstuiterende bal meteen af.

Veilig & verplicht

Net als op het veld is een bitje verplicht en zijn scheenbeschermers verplicht. Veldspelers dragen een dikke (volledig gesloten, linker) handschoen om hun hand te beschermen. Keepers hebben om hun klompen zaalriempjes zonder gespen zodat ze de vloer niet beschadigen.

Veilig & aan te raden

Maskers voor de strafcorner zijn niet verplicht maar wel aan te raden.

Zaalstick

Een zaalstick is formeel, volgens het regelboekje, niet verplicht. In de praktijk echter wel. In de meeste zalen mag je namelijk niet met een veldstick spelen omdat die 'vegen' en krassen op de peperdure zaalvloer achterlaat.

Niet in het blok pushen

Als een verdediger zijn stick op de grond legt (hand raakt de grond) mag een aanvaller niet rechtstreeks van dichtbij (ca 3 meter) in die stick pushen. Het wordt bestraft met een vrije push voor de verdediger.

Wisselen

Een team mag doorlopend wisselen. Spelers die wisselen, verlaten of betreden het veld binnen 3 meter van de middenlijn. Je mag alleen wisselen aan de kant waar de banken staan. Net als op het veld, mag je niet wisselen zodra er gefloten is voor een strafcorner. Bij foute wissel strafcorner tegen.

Niet liggend spelen

Je mag in de zaal niet liggend spelen of scoren. Je mag namelijk niet meer dan drie contactpunten hebben met de vloer. Nummer 1 en 2 zijn meestal je voeten. Bij een blok is dat je linkerhand. In dat laatste geval mag je de vloer dus niet ook nog aanraken met je knie.

Niet opsluiten aan de balk

Verdedigers mogen een aanvaller met de bal, niet volledig opsluiten aan de balk. Ze moeten altijd minimaal één opening bieden.

Vrije bal 1

Een vrije bal is de self-pass toegestaan maar de bal moet wel eerst helemaal stil liggen.

Vrije bal 2

Een vrije bal mag je de bal (vanaf de helft van de tegenstander) niet direct de cirkel in pushen. De bal moet eerst 3 meter rollen (of door een tegenstander worden aangeraakt). Je mag de bal wel via de balk rechtstreeks de cirkel in pushen, maar ook dan moet de bal wel eerst 3 meter gerold hebben voordat hij in de cirkel komt.

Vrije bal 3

Bij een vrije bal moeten je tegenstanders 3 meter afstand houden. Op de helft van de tegenstander moeten ook je medespelers 3 meter afstand houden!

Lange corner

Het is (bijna) net als op het veld: gaat de bal via een verdediger of keeper over de achterlijn dan, is het een lange corner. Die wordt genomen op de middellijn, op ongeveer dezelfde hoogte als waar de bal over de achterlijn ging.