* let op de techniek van het flatsen (handen, láág etc)
* let op aannamen (open/gesloten, positie vd handen etc)
* positie 2 en 3 kunnen dubbel bezet zijn (om de beurt)
* zet de oefening twee keer uit (1 x per 4 of 6 spelers)
* begin langzaam (met pushen) om de looplijnen duidelijk te maken
* maak de oefening niet te klein (flatsen!)
* doordraaien: spelers blijven op dezelfde plek, draai na 2 minuten om