– speler 1 speelt naar speler 2 (push)
– speler 2 neemt open een aan en speelt naar speler 3
– speler 3 maakt ’trappetje’ bij A, drijft verder en speelt af naar opkomende speler 2
– speler 2 speelt naar opkomende speler 3
– speler 3 maakt af op doel
Waar je op moet letten
– coach op aanname (open)
– coach op timing oplopende spelers